Baarmoedermond meting vroeggeboorte

baarmoedermond meting, echo, baby, vroeggeboorte

Als je in het verleden één of meerdere keren te vroeg bevallen bent, dus voor de 37 weken, dan heb je een verhoogde kans om opnieuw te vroeg te bevallen. Om de kans op een vroeggeboorte te verkleinen zijn er verschillende mogelijkheden, zoals de baarmoedermond meting.

Waarom een baarmoedermond meting?

Een baarmoedermondmeting (cervixlengtemeting) is een vrij eenvoudige controle om in te schatten hoe de baarmoedermond erbij ligt. Deze controle wordt voornamelijk ingezet als je tijdens een vorige bevalling voor de 34 weken bent bevallen. Bij een baarmoedermond meting wordt voornamelijk gekeken naar de lengte van de baarmoedermond. Als blijkt dat de baarmoedermond niet stevig genoeg is, kan deze open gaan en ook korter worden. Meestal merk je dit pas zelf bij gebroken vliezen, vroegtijdige weeën en/of in de vorm van bloedverlies. Aangezien de ontsluiting dan veelal al vergevorderd is, is dat een situatie die je liever wilt voorkomen.

Hoe vaak vind zo’n controle plaats?

Als je bij een vorige zwangerschap voor de 34 weken bent bevallen dan kan een gynaecoloog je adviseren om de lengte van de baarmoeder regelmatig te laten meten: vanaf 12 weken iedere 4 weken, tot 32 weken. Afhankelijk van je geschiedenis kan dit ook vaker zijn.

Hoe wordt zo’n meting gedaan?

Een baarmoedermond meting wordt gedaan met een echo via de schede. Dit houdt in dat de vrouw met een ontbloot onderlijf plaats neemt op de echo stoel of bank en er via de vagina een echokop naar binnen gaat. Deze inwendige echo krijgt de beste resultaten als de blaas leeg is. Vooraf goed naar het toilet gaan is dus aangeraden. De echo maakt beelden die te zien zijn op het beeldscherm. Je kunt zelf meekijken als je dat wilt. Soms wordt het beeld stil gezet zodat de echoscopiste of gynaecoloog een meting kan doen. In principe doet dit geen pijn, wel kan het onaangenaam aanvoelen.

Aangezien er dan toch al een echo wordt gemaakt, wordt er meestal ook even gekeken naar de kleine om te zien en horen of het hartje nog klopt. Dit is echter per gynaecoloog verschillend.

Ingrijpen.

Als blijkt dat de baarmoedermond korter is dan 25 mm kan er worden ingegrepen. Denk hierbij aan het plaatsen van een cerclage of pessarium.

Scroll naar boven